09-10 juli 2016

Beste medegelovigen

In de eerste lezing uit het Oude Testament hoorden we hoe Mozes het Joodse volk oproept om de voorschriften en de wetten te onderhouden en niet enkel de wetten te bestuderen. Er staat:
‘Als gij de stem van de Heer uw God hoort, dan moet ge Hem gehoorzamen, en alle geboden en voorschriften onderhouden die in dit wetboek staan opgetekend, dan moet gij met geheel uw hart en heel uw ziel terugkeren tot de heer uw God. … Zoek het niet te ver, Het woord is dicht bij u, in uw mond en in uw hart. Gij kunt het volbrengen’. Het is te doen. Het gaat om de Liefde tot God en de naaste. Hou het niet bij overwegingen en vragen.

In de evangelietekst van Lucas die we zopas lazen, gaat het ook over de wet van Liefde.
Het gebeurde meer dat wetgeleerden vragen stelden en discuteerden over de wetten en voorschriften. Zo probeert een wetgeleerde er achter te komen wat volgens Jezus de kern van het geloof is. De vraag was: hoe moeten we leven om het eeuwig leven te verkrijgen? En als Jezus vraagt wat in de Wet staat antwoordt de wetgeleerde zelf. ‘Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart en met geheel uw ziel, met al uw krachten en geheel uw verstand; en uw naaste gelijk uzelf’. Hij wist het, hij was immer een wetgeleerde. Jezus beaamt zijn antwoord, dat is het!
En dan komt de vraag: ‘Wie is dan mijn naaste?’. Het lijkt wel logisch om dat eens uit te leggen. En daarom brengt Jezus het verhaal van de Barmhartige Samaritaan.
In dit verhaal trekt er iemand van Jeruzalem naar Jericho. Hij wordt overvallen door rovers die hem mishandelen en voor halfdood achterlaten. Een priester en dan een leviet komen voorbij, maar vermijden om de man te benaderen of te verzorgen.
Echter een Samaritaan die langs komt ontfermt zich over het slachtoffer. Vrij gul verzorgt hij die beroofde mens en zorgt ervoor dat hij in de herberg de nodige verzorging krijgt.
De Samaritanen en joden stonden eerder vijandig tegenover mekaar omdat die die de Wet van Mozes veel minder streng volgden dan de joden in Jeruzalem.
Als dan de wetgeleerde dan vraagt: Wie is mijn naaste? gaat hij er blijkbaar van uit dat niet iedereen zijn naaste kan zijn. Hij vraagt eigenlijk hoe hij de naaste kan onderscheiden van anderen. En dat is een foute vraag. De vraag zou eerder moeten zijn ‘Kan het dat ik de naaste ben?’
Als Jezus op het einde van het verhaal vraagt: Wie van deze drie, (de priester, de leviet of de Samaritaan) lijkt u de naaste te zijn van de man die in handen van de rovers gevallen is? dan is het antwoord van de wetgeleerde: Hij die hem barmhartigheid betoond heeft.
Jezus bevestigt dat antwoord en zegt: ‘Ga dan en doe gij evenzo’

De Wet legt ons op God en de medemensen te beminnen. De vraag is dus eerder: Bemin ik God en de medemensen? Wordt ik geraakt door de behoeftige andere? Heb ik medelijden als ik mensen in nood ontmoet?
God houdt van zijn schepselen. In Zijn barmhartigheid ziet God het lijden van zijn volk. In Christus is Gods liefde naar ons, gewonde reizigers, afgedaald. God is de naaste van allen.
In de Wet is Liefde een gebod, een plicht te beminnen. We zijn dat in barmhartigheid aan elkaar verschuldigd. Echte liefde voelt echter niet als een plicht of gebod aan. Het is een innerlijke stuwing die ons van binnen uit tot ontferming en barmhartig handelen aanzet.

Als we ons open stellen voor Gods liefde en ons beroepen op Zijn barmhartigheid, met Jezus als voorbeeld, zullen ook wij in staat zijn ons te ontfermen in broederlijkheid over onze behoeftige en berooide medemensen. Het is haalbaar, het is te doen.

Hier in de Eucharistie laten we ons voeden en verzorgen door Gods Liefde. We smeken de Heer om ontferming over onze zwakheden en fouten. In de tekenen van brood en wijn worden we vol barmhartigheid verzorgd en gevoed om voluit leven.
Wees uw medemensen nabij, wees hen barmhartig en ge zult barmhartigheid ondervinden. Willen we het ‘eeuwig leven’ verkrijgen dan dienen we ons met geheel ons hart, geheel onze ziel, met al onze krachten en met gezond verstand, liefdevol en barmhartig te gedragen naar de medemensen. Het is te doen!

Verwante berichten

2e zondag advent: 5-6 dec... _______________ _ Kromme wegen recht maken_ De advent is een uitermate rijke tijd op liturgisch vlak met mooie lezingen en het bijhorend ritueel van de adventskrans met
25-26 juli 2020 Beste medegelovigen Vorige week vertelde Jezus drie parabels over het Rijk der hemelen, vandaag voegt Hij er drie aan toe: de parabel van de verborgen schat, van
Preek 20-21 juni 2020 Wees niet bang. Wees niet bevreesd. Wees dus niet bevreesd.’ Zusters en broeders, drie keer zegt Jezus dat we niet bang moeten zijn, maar we weten dat
18-19 juni 2016 Beste Medegelovigen, Stel je eens even voor. Je ziet iemand , die aan het bidden is…en je komt er voorbij en die mens vraagt je…wat denken de
09-10 juli 2016 Beste medegelovigen In de eerste lezing uit het Oude Testament hoorden we hoe Mozes het Joodse volk oproept om de voorschriften en de wetten te onderhouden en
22-23 jan. 2022/01/22/23 —Lc; 1,1-4 en 4,14-21 en 1 kor 12,12-30 De tweede helft van de voorbije week stond Nederland in rep en roer naar aanleiding van een reportage
05-06 febr. Blijkbaar waren er onder de christenen van Korinthe sommigen die niet geloofden in de opstanding van de doden.  Nu kunnen we terecht bezwaren hebben tegen termen als
1-2 oktober 2016 In de eerste lezing zien we de profeet Habakuk die het onrecht en de ellende in de wereld niet langer kan aanzien. Hij wil dat het stopt,
02-03 september 22 zondag door het jaar A Beste medegelovigen, ‘Wie mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf verloochenen en zijn kruis opnemen.’ Zusters en broeders, het zijn niet direct
15 augustus 2016 Beste medegelovigen, Op dit feest van Maria tenhemelopneming wil ik blij en dankbaar, als vrouw en als moeder, samen met jullie opkijken naar ons aller moeder: Maria.
1 zondag advent :28-29 no... Een tijdje geleden waren mijn echtgenote Marcia en ik gezellig aan het tafelen met een ander koppel (laat ik ze Mireille en Leon noemen); Marcia had alweer