11° zondag 12/06/2016
In de eerste lezing stelt Paulus de zaken meteen zeer scherp en duidelijk. “Wij weten”, schijft hij, “dat de mens niet gerechtvaardigd wordt door de wet (de Thora) te onderhouden, maar alleen door het geloof in Jezus Christus”. De loutere navolging van religieuze wetten die aangeven wat goed en wat slecht is, is dus niet per se de juiste weg. Als voormalige wetsgetrouwe farizeeër weet Paulus dat maar al te goed. De navolging van de religieuze wet had van hem immers een onverbiddelijke christenvervolger gemaakt.
Ook vandaag de dag is het nog steeds niet zo dat de wet gegarandeerd gerechtigheid brengt. Maatschappelijke achterstelling en uitsluiting kunnen niet ongedaan worden gemaakt door wetten en reglementen alleen: denk maar aan de blijvende ongelijke kansen in ons onderwijs en op de arbeidsmarkt.
Met zijn uitspraak neemt Paulus ook duidelijk stelling in een discussie die er toendertijd heftig woedde tussen de volgelingen van Jezus. Een discussie die ging over het feit of heidenen al dan niet in aanmerking konden komen om ook volgeling van Jezus te worden. Voor de Joden waren de heidenen onrein en inferieur. Paulus laat er echter geen twijfel over bestaan dat voor hem alle christenen – zowel diegenen die uit het heidendom als die uit het Jodendom komen, gelijkwaardig zijn. Het is dezelfde Paulus die er ook voor ijvert dat heidenen christen kunnen worden zonder zich aan de joodse voorschriften inzake besnijdenis en koosjer eten te moeten houden.
De kracht van zijn geloof in Jezus Christus stelde Paulus in staat om zich los te maken van allerlei conventies en te zoeken naar een nieuw samenlevingsmodel. Een beetje verder in deze brief schrijft Paulus: “er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus” Beste mensen, zou de figuur van Paulus ook niet sterk inspirerend kunnen zijn in onze maatschappij van vandaag waarin de nood om bruggenbouwers tussen de verschillende culturen ook zo groot is.
Tot slot nog enkel beschouwingen bij de evangelielezing. Het is interessant om te zien hoe verschillend Jezus en Simon omgaan met de niet nader genoemde zondares.
Simon heeft vooral oog voor haar zondige verleden. Ze is en ze blijft een zondares, zo denkt hij. Hij heeft moeite om de mens van vlees en bloed te zien die schuilgaat achter dat etiket. Gezien hij farizeeër is – specialist van de wet – is dat misschien ook niet onlogisch.
Jezus echter kijkt helemaal anders. Hij ziet in de eerste plaats wat nu in die vrouw leeft. Hij weet ook wel dat die vrouw gezondigd heeft. Hij kent haar verleden en keurt dat niet goed. Maar tegelijk ziet Hij ook haar uiterlijke gebaren en innerlijke grondhouding. Jezus’ manier van kijken is bevrijdend voor de vrouw. “Uw zonden zijn u vergeven, uw geloof heeft u gered: ga heen in vrede”. Een nieuwe toekomst ligt open voor haar.
Het evangelie speelt zich af tijdens een maaltijd. In de eucharistie komen wij ook samen om maaltijd te houden. We zijn te gast, niet bij Simon maar bij de Heer zelf. Dit evangelie stelt aan elk van ons dezelfde vraag als bij die maaltijd toen bij Simon: hoe kijken wij naar onze medemensen ? Kijken wij in de eerste plaats met de ogen van Simon ? Dan pinnen we hen vast op hun zonden vanuit wetten, geboden en verboden.
Of proberen we te kijken zoals Jezus ? Dat wil zeggen: de zonde niet goedpraten, maar wel een nieuwe kans geven aan de medemens die zich wil bekeren, vergeving zoekt en dat ook concreet maakt.