Beste medegelovigen,
We weten allemaal wat het betekent zich eens’ zalig voelen, zich gelukkig voelen. We hebben van die momenten waar we ondervinden dat het leven meevalt, dat we goed in ons vel zitten. Er wordt daarom zoveel over geschreven en gezongen. Het is immers het diepste verlangen dat in elke mens leeft. Daarom blijven we er ook om filosoferen en ons afvragen : Wat is geluk?
Is geluk iets dat je overvalt? Iets wat je hebt of niet hebt? Spreek je over geluk in de zin van ‘ ik heb geluk gehad ? Of zie je geluk veeleer als een innerlijke toestand van tevredenheid. Iets wat je kunt aanleren door bv. Positief te denken en alle gevoelens van afgunst en wrok te onderdrukken.
Een mens die vol negatieve gevoelens steekt kan moeilijk anderen gelukkig maken en zelf gelukkig zijn.
Zonder te veel na te denken zou je kunnen zeggen dat de meeste mensen gelukkig zijn als alleen hun eigenbelang gediend is.
Jezus heeft daar ook een mening over. In het evangelie van deze zondag zegt hij wie zich in de ogen van God zalig, gelukkig mag weten. Hij noemt ze armen van geest, de treurende, de vredestichters…tot en met diegenen die vervolgd worden, beschimpt en bespot.
We kennen deze zaligsprekingen wel, we hebben ze al zoveel keren gehoord. Maar ze planten in ons dagelijks leven dat is wat anders.
Stel dat er iemand heel ongelukkig is en aan de grond is heeft geen geld meer en beschaamd is over allerlei dingen die gebeurt zijn en hij komt mij om hulp vragen en ik zou antwoorden: Prijs je gelukkig. Want volgens het evangelie kiest God partij voor de armen.
Of iemand die veel verdriet heeft en ik zou zeggen: je zou je zalig moeten voelen, want God zal je troosten!
Neen, ik denk dat wij het zeker niet zo moeten zien.
We moeten naar onze binnenkant kijken.
Jezus prijst zalig wie verdriet heeft: verdriet om de gang van zaken in de wereld, verdriet om de hardheid en verdrukking, om honger en om de triomf van het geweld.
Jezus prijst zalig wie lijdt omdat hij machteloos staat tegenover pijn van zieken, tegenover machteloosheid van mensen met een handicap. God houdt van zulke mensen, zegt Jezus. Hij wil geen harde wereld.
God staat aan jouw kant, of jij staat aan de kant van God als je barmhartig bent, als je kunt vergeven en opnieuw verder wilt gaan met degenen die je pijn hebben gedaan.
En de zuiveren van hart, die horen ook bij God. Zij die zonder bijbedoelingen, zonder leugen en zonder verscholen winstbejag met hun medemensen omgaan.
Zalig ook de vredelievenden, die hun gelijk niet met geweld moeten halen. Meer nog, zij die vrede brengen en vrede maken tussen mensen die elkaar bevechten of elkaar niet de zon in de ogen gunnen.
Zalig tenslotte allen die omwille van hun mede-lijden voor de zwaksten, omwille van hun keuze voor de kleinen, omwille van hun inzet voor de rechtelozen.
Dit alles maakt mij tot dienaar, die een steentje kan bijdragen tot een veel groter geheel. Daar ligt mijn geluk. Je kan het vergelijken met de kathedraalbouwers in de middeleeuwen. Zij waren gelukkig omdat ze aan zulke schoonheid mochten meebouwen. Hun bijdrage was heel beperkt en ze zouden de kathedraal nooit afgewerkt zien. En toch, bouwer mogen zijn.
Geluk is een heel klein steentje mogen bijdragen aan dit grootse en mooie gebouw van het rijk der hemelen. Het is duidelijk dat je dan wel innerlijk vrij moet zijn en niets meer wil zijn dat een bouwer. Dagelijks je steentje bijdragen en tegelijk het visioen in het oog houden, daartoe daagt Jezus ons vandaag uit.
En vandaag gedenken wij ook onze overledene medegelovigen. Zij waren waarschijnlijk ook geen heiligen. Zij stonden waarschinlijk niet op de lijst van de topfiguren, maar waren waarschijnlijk wel mensen armen van geest en nederige mensen, niet verslaafd aan geld of goed; mensen die wisten wat verdriet is, mensen die snakten naar gerechtigheid, mensen die spraken met hun hart en dat hart zuiver wilden bewaren in deze wereld, mensen die vrede zochten, mensen die uitgerangeerd werden en belachelijk gemaakt omdat ze zo naiëf waren om in hem te geloven en dat niet onder stoelen of banken staken.
Allerheiligen is het feest van de mensen, niet alleen van de groten die op de heiligenkalender staan, het is ook op de eerste plaats het feest van alle kleine lieve mensen die we persoonlijk gekend hebben.