Beste Medegelovigen
Bij het voorbereiden van deze homilie kwam ik tot de bedenking, dat wij in ons leven ook momenten hebben van blindheid. We zeggen wel eens: Mocht ik het opnieuw kunnen beginnen, zou ik het toch anders aanpakken, want nu besef ik beter waar ik vroeger blind voor was. Dit heeft Marcus ook gedaan denk ik. Als hij de teksten 30 of 40 jaar later schreef, moet hij toch gedacht hebben. Wat zijn wij toch dom geweest. Wij waren toch ook blind. Misschien heeft hij daarom deze tekst ook geschreven. Hij wil dat we even stil staan, en even kijken naar wat werkelijk van belang is in het leven, wat zinvol is om een gelukkig leven.
Bijbelse verhalen zijn er dan om de gedachtenis van bepaalde personen levendig te houden, om de kracht die van bepaalde personen uitging door te geven.
Zo zouden wij het evangelie verhaal van Bar-timeüs kunnen bekijken. Hij is een heel waardige leerling. Want Jezus ontmoet bij hem geen onbegrip, maar geloof; geen tegenwerking, maar bereidheid om hem na te volgen.
Als wij het voorbeeld van Jezus’ volgeling Bar-timeüs levendig houden, en als wij onszelf in hem herkennen, geeft ons dat de kracht om vandaag hetzelfde te doen.
Tot dat inzicht wil Marcus ons brengen. Achteraf is dit allemaal duidelijk geworden, maar op het moment zelf beseffen wij het niet, zegt Marcus. Hij illustreert dit met meerdere verhalen, waaronder dat van vorige zondag over Johannes en Jacobus. Ze komen bij Jezus en vragen om de beste plaatsen te mogen innemen. Ze hopen om gediend te worden, maar Jezus vraagt juist het tegenovergestelde, hij vraagt dat zij dienen. Niet alléén de apostelen waren druk bezig met zichzelf en blind voor de noden van de anderen. Wij allemaal zijn op een of ander manier blind voor.
Het verhaal van vandaag heeft ook een ander kant. Het verhaal gaat ook over mensen die roepen om gezien te worden. Over mensen die voorbij gelopen worden, die hun verdriet uitschreeuwen maar wie de mond worden gesnoerd.
Marcus laat ons een beeld van een mens zien die HOOP hebben en VERTROUWEN. Het beeld van mensen die die wél stilstaan bij andermans verdriet en die oog hebben voor al wie miskend wordt en hoopt om door zijn medemensen gezien te worden.
Diep in elk mensenhart leeft het verlangen dat we mogen zien wat werkelijk waarde heeft in het leven. Dat we mogen zien waar het op aankomt. Het verlangen dat we een naam krijgen een gezicht voor elkaar. Dat vertrouwen je kan redden. Dat God toekomst schept.
Wie leeft vanuit verwachting, ziet verder dan anderen.
Wie leeft vanuit de grote liefde, ziet dieper dan anderen.
Wie leeft vanuit het geloof, ziet meer dan anderen
Want alles wat ons in het leven overkomt wordt dan bellicht vanuit een ander perspectief. Vanuit het diepe mysterie van een God die Liefde is, die ons roept bij naam, die ons roept om mens te worden naar zijn hart.
En dat is geloven : zien met nieuwe ogen, zien van binnenuit, zien met het hart.
Proberen te leven als kinderen van het licht. Jezus achterna.