Beide schriftlezingen lijken wel in een vreemde wereld en een verre tijd thuis te horen.
Vooreerst het evangelie: bij Marcus stond er heel beknopt dat Jezus zich na het overweldigend visioen bij zijn doopsel terugtrekt in de woestijn. Tegenwoordig zouden we zeggen dat hij in retraite gaat om zich te bezinnen. Hij krijgt er te maken met goede en met kwade gedachten, engelen en duivels noemt Marcus ze.
Die korte mededeling wordt door Lucas uitgewerkt in een lang mythologisch verhaal. Dat is geen verslag van historische feiten, bijvoorbeeld dat de duivel hem door de lucht zou transporteren naar de tinnen van de temptel. Maar het maakt wel heel aanschouwelijk welke bekoringen Jezus van zijn roeping zouden kunnen afleiden. In drie woorden samengevat gaat het om: hebzucht, eerzucht en heerszucht. En dat die niet alleen Jezus bedreigden maar ook in onze tijd nog op wereldschaal verwoestend werken vernemen we dagelijks langs de media. En ook in onze eigen omgeving en ons eigen leven zien we ze aan het werk.
De eerste lezing schetst in grote trekken de geschiedenis en de zwerftocht van het Joodse volk. In zijn testament roept Mozes hen op dat ze hun dankbaarheid voor de leiding van Jahwh zouden belijden en uitdrukken door hem een korf met de eerste vruchten van het beloofde land aan te bieden. En ook al zijn wij zelf geen migranten of vluchtelingen en is ons leven allicht minder dramatisch verlopen is het ook voor ons juist en goed op onze eigen weg terug te kijken, speciaal in deze vastentijd.
Dan kunnen we de bekoringen herkennen die ons ongemerkt besluipen.
Dan kunnen we met vergevingsgezindheid nieuwe kansen geven aan onze medemensen en onszelf.
Dan kunnen we in dankbaarheid ons eigen leven lezen als heilsgeschiedenis.
Herman Paulussen@hotmail.com 03/257 27 49