De vreugde van het thuis komen 27/03/2022
De rode draad doorheen de twee lezingen van vandaag is de vreugde van het terug thuis komen.
De eerste lezing gaat over een hoogtepunt in de heilsgeschiedenis van Israël: de intocht in het beloofde land onder leiding van Jozua. We lezen hoe de Israëlieten voor het eerst het paasfeest kunnen vieren in hun land. Tijdens de paasnacht 40 jaar geleden waren ze uit Egypte vertrokken. Na de doortocht van de woestijn en de oversteek van de Jordaan , vieren zij met dit paasfeest de thuiskomst in het beloofde land.
Ook in het evangelie wordt een thuiskomst gevierd. Het verhaal ven de teruggekeerde zoon eindigt met een feest waarop iedereen welkom is en waarop de vader zijn vreugde wil delen met iedereen die daarvoor openstaat.
Jezus vertelde deze parabel als antwoord op de Farizeeën die morden over zijn omgang met zondaars en tollenaars.
Het is een rijke parabel die van alle tijden is en dus blijft inspireren. Het is ook een verhaal waarin de karakters van de drie hoofdpersonnages heel sterk uitgewerkt worden.
We zien de jongste zoon die door zijn voortvarendheid en jeugdige onbezonnenheid keihard met zijn kop tegen de muur loopt. Een ervaring die velen van ons al wel eens hebben meegemaakt om de eenvoudige reden dat we allemaal beperkt zijn. Maar de zoon durft zijn fout te bekennen en op zijn stappen terug te keren. Hij durft de schade en de schande in de ogen te kijken en zijn verantwoordelijkheid te nemen. .
De oudste zoon is een heel tragische figuur. Hij is volledig vastgelopen in zijn eigen groot gelijk, ook al had hij de beste bedoelingen. Hij zegt dat hij nooit een gebod heeft overtreden , een typische uitspraak van de Farizeeën. De aanwezige Farizeeën moesten zich in de oudste herkennen. Het ging om hen. De oudste zoon is ook terechtgekomen in de val van de jaloersheid: hij verdraagt het niet dat zijn broer vergiffenis krijgt en hij is razend omdat er feest wordt gevierd. Of hij zich uiteindelijk opnieuw verzoent met zijn vader en zijn broer, komen we niet te weten.
De figuur die het meest verrast is echter zeker wel de vader.
In de beschrijving van de vader toont Jezus ons de onvoorstelbare barmhartigheid van God die ons als een vader opwacht, tegemoet komt en vergeving schenkt.
Vergeving schenken heeft een bevrijdende werking zowel voor wie vergeven wordt, als voor wie vergeeft. Haat en wrok maken kapot. Het is enkel de vergeving die geneest en opnieuw ruimte geeft.
Een dergelijk gods- en vaderbeeld moet in de tijd van Jezus wel heel veel reacties hebben uitgelokt. Het is helemaal tegengesteld aan het vaderbeeld uit de patriarchale samenleving van toen. In haar commentaar bij de lezingen van vandaag verwijst Isabelle Desmidt in Kerk & Leven naar wat de Thora verwachtte van ouders met een opstandige, onhandelbare zoon. In het boek Deuteronomium staat dat de ouders hun zoon dan naar de stadspoort moeten meevoeren tot bij de oudsten. Daar moeten de inwoners van de stad “hem stenigen tot de dood er op volgt”.
Maar we moeten zelfs niet teruggaan tot in de tijd van Jezus. Het patriarchale vaderbeeld is ook bij ons de heersende norm gebleven tot in de jaren ’60 van de vorige eeuw. De vaderlijke plichten beperkten zich veelal tot het zorgen voor “brood op de plank ” en eventueel “de boeman spelen vanuit de verte”. Een vorm van emotionele betrokkenheid werd van de vader veel minder verwacht.
Tijdens zijn openbaar leven heeft ook Jezus voortdurend zonden vergeven en voorbeelden gesteld van vergeving. Zelfs tot op het kruis heeft hij zijn tegenstanders vergiffenis geschonken.
De ander kunnen vergeven, afstand kunnen doen van het eigen eergevoel, dat is God die in ons werkzaam is. Want vanzelfsprekend is het niet, zeker niet voor wie zich gekwetst en gekrenkt voelt