5-6 september 2020
Mattheus 18,15-20
Paulus Rom 13,8-10
Heb jij je de voorbije weken, maanden, half jaar niet eens de vraag gesteld “ wat zou Jezus hebben gedaan in deze corona-tijd” ,“wat zou hij er hebben over gezegd”,” hoe zou hij ermede zijn omgegaan”
In de lezingen van vandaag en die van het vorig weekend vind je misschien antwoorden. De lezingen van beide weken sluiten wonderlijk goed bij elkaar aan. We kunnen er veel uit leren. Het zijn echte richtingaanwijzers in deze bijzondere corona-tijd. Een periode die veel van ons eist.
Vorige week ging het over hoe ontmoediging die soms omslaat in wanhoop, ons verlamd.
Vandaag hoor je ontmoedigde oudere mensen zeggen “à mon age, op mijn leeftijd, dit nog te moeten meemaken”? Of rusthuisbewoners die verklaren: “Dit leven op afstand hou ik niet lang meer vol, voor mij hoeft het niet meer”.
Die ontmoediging slaat dikwijls om in beginnende wanhoop en dan hoor je uitspraken als “Komt er ooit nog een einde aan? Zal er ooit tijdig een vaccin zijn?”.
We werden opgeroepen om niet, samen met klagers, aan de kant te gaan staan bij elke tegenslag, maar juist moeilijkheden te zien als een vertrekpunt om met nieuwe moed dingen aan te pakken, tegenslagen als startpunt te ervaren om met nog meer enthousiasme te werken aan een nieuwe, betere wereld.
Als dat geen aanmoedigingen zijn om deze coronatijd te zien als een periode van kansen en opportuniteiten. Als een opstap om anderen echt nabij te zijn, te leven in verbondenheid in bubbels, met mondmaskers en op anderhalve meter afstand en niet ontmoedigd of wanhopig te worden.
Vandaag krijgen we aanwijzingen om een niet te vervallen in een in deze covid-tijd zeer aanlokkende “shame and blame” cultuur, een veroordelings-modus, waarbij de ander zeer streng wordt aangepakt.
Want soms, veel meer dan goed is, slaat de ontmoediging en wanhoop om in een zoektocht naar verantwoordelijken. Er wordt naar lieve lust geoordeeld en veroordeeld. De schuld van al het leed, de oorzaak voor al de beklemmende maatregelen wordt al snel bij de anderen gelegd.
“Het zijn de jongeren want die gaan staan drummen op cafe en dragen geen mondmaskers!” of
“Die nieuwe corona-uitbraak is veroorzaakt door al die vreemdelingen die bij elkaar komen zonder zich te houden aan de social distance en de bubbels”.
Waren de corona-maatregelen voor de rusthuizen niet buiten elke proportie en echt nodig?
Waarom hadden we niet voldoende mondmaskers, beschermingsmateriaal en testkits?
Op al deze en nog veel meer vragen worden veroordelingen uitgesproken tav van mensen en organisaties.
Maar daarenboven lijkt het wel alsof de covid ons nog harder en strenger maakt, dan voorheen.
Of het nu jong volwassenen zijn die ter verantwoording worden geroepen voor een tragische overlijden ingevolge een uit de hand gelopen studenten doop.
Of de politieagenten en hulpverleners die een losgeslagen man diende te neutraliseren en die mogelijks nav hun interventie zijn dood hebben veroorzaakt.
Of die man die een verkeerde keuze maakte en daardoor anderen zwaar leed toebracht.
Allen zijn al lang veroordeelt voordat we kennis hebben van alle omstandigheden en de plegers zich hebben kunnen verantwoorden
In deze stressvolle corona-tijd staan we nog sneller dan voorheen klaar om tekorten en fouten van anderen met een onwaarschijnlijke strengheid te beoordelen. De hardheid van de veroordeling kent geen grenzen. De “schandpaal” was nog nooit zo druk benomen.
Daarom is de andere-weg die het evangelie van vandaag ons voorschotelt, in deze tijd zowaar nog uitdagender.
Er is goed en er is kwaad; er bestaat fout en juist. Het evangelie benadrukt dit ook. Niet alles is evenwaardig want dan zouden we niet kunnen oordelen en de ander niet kunnen aanspreken op tekorten.
Het gaat erom hoe we omgaan met tekorten en fouten.
Spreken we een veroordeling uit. Moet er een straf worden ondergaan en boete worden opgelegd? Is de uitsluiting de oplossing? Is er geen plaats voor vergeving en een tweede kans?
Of is die andere weg die ook Jezus bewandelde niet veel waardevoller.
De lezingen van vandaag wijzen ons op die andere, betere weg. Met tekorten en fouten omgaan kan ook anders worden omgegaan dan te veroordelen. Jezus roept ons allen op om ‘wachter‘ te zijn ‘hoeder’ te worden voor elkaar. We moeten elkaar in de ogen durven kijken. We worden aangespoord om niet alles onder de mat te vegen. Neen samen op weg gaan voor een betere wereld veronderstelt dat er fouten worden gemaakt. Niet alles loopt zoals het moet. Daarom moeten we de ander durven aanspreken wanneer onjuist wordt gehandeld, of foute keuzes worden gemaakt.
Maar dit aanspreken gebeurt in een sfeer van bekommernis voor het goede, een luisteren naar de anderen en bereidheid om bemerkingen te aanvaarden. De ingesteldheid van begrip, verzoening, vergeving, en vooral van nieuwe kansen geven en krijgen zijn de fundamenten van deze weg, niet de straf en de boete.
Deze weg van verantwoording afleggen en ter verantwoording worden geroepen is een heel nadere weg dan de weg van veroordeling en bestraffing, en in deze corona-tijd wordt de tweede onjuiste weg veelal genomen. Wij als christenen, als volgelingen van Jezus kiezen resoluut voor de eerste weg
Beste mensen niet elk virus is slecht. Onlangs droomde ik dat een nieuw virus onze wereld zou overspoelen. Het was een virus dat zo krachtig was dat geen vaccin er tegen bestand was om het te neutraliseren, wat de wetenschap ook ondernam het was niet te stoppen. Elke mens die er door geinfecteerd werd kon er nooit van genezen. Dit nieuwe virus kreeg de naam COVID-J of te wel Corona-Jezus; Het is erg besmettelijk, het wordt enkel uitgedragen door mensen, mensen die geloven dat de weg die Jezus volgde de weg is die leidt naar een betere rechtvaardigere en mooiere wereld. Wij allen zijn drager van dit virus, wij allen kunnen anderen besmetten door er te zijn voor de anderen, door drager te worden van hen die het moeilijk hebben, door van de ander te houden ondanks fouten en tekorten en hen niet streng te veroordelen. Of zoals Paulus het stelde in zijn brief aan de Romeinen door dat ene gebod “bemin uw naast als uzelf” als leidmotief voor ons leven te maken. Dan werken we mee aan een wereld die een hemel op aarde wordt.