Jezus’ nieuw gebod Hand 14,21-27 en Jo 13,31-35
In de kapel van mijn vroegere school hing boven het altaar een ongewoon kruisbeeld. Jezus droeg daar op zijn hoofd geen doornenkroon maar een gouden koningskroon en hij stond rechtop met wijdopen armen als een dirigent of een regisseur. Ik meen -maar sommigen onder jullie zullen zich dat preciezer herinneren- dat ook in de Sint Jozefkerk een dergelijk kruisbeeld hing. Die voorstelling gaat terug op het evangelie volgens Joannes.
Kruisiging was niet alleen een gruwelijke foltering maar ook een vernedering, een ontering waarmee een mens geschandvlekt werd als misdadiger. Dat hadden de religieuze overheden Jezus aangedaan; zo wilden ze hem helemaal onschadelijk maken. Maar God heeft hem in eer hersteld, hem uit de dood opgewekt, hem verheerlijkt, omdat ook Jezus zich totaal had ingezet voor Gods heerlijkheid. Tot dat inzicht is Joannes en de joanneïsche gemeente gekomen na enkele tientallen jaren van meditatie. Daarom schrijven ze dat Jezus God verheerlijkt en dat God Jezus verheerlijkt.
Een leessleutel die we ook hier op het Joannes-evangelie moeten toepassen is dat Joannes wat hij zelf wil zeggen in de mond van Jezus legt. Alsof deze bij het begin van het avondmaal heel zijn lijdensweg als een triomftocht zou hebben aangekondigd en gezegd zou hebben dat God hem spoedig zou verheerlijken.
Als je aan de hand van de eerste lezing uit de Handelingen van de apostelen probeert de zendingsreizen van Paulus te volgen, kom je wel onder de indruk. Als je thuis op een landkaart kijkt of misschien zelfs ter plaatse in het huidige Turkije met de vervoermiddelen van vandaag, ga je beseffen welke afstanden hij grotendeels te voet heeft afgelegd, en dan lees je over de weerstand en de vervolgingen die hij heeft moeten verduren. Wat was die man blijkbaar gemotiveerd en begeesterd! Zijn enthousiasme was zo aanstekelijk dat velen hem volgden op de weg van Jezus. Hij bracht die mensen samen in wat wij nu ‘parochies’ noemen en organiseerde een goede leiding van oudsten.
Wat trok de mensen zo massaal aan? Blijkbaar kwam de vreugde van de blijde boodschap, -‘evangelii gaudium’- toen nog fris en wervend over. Vooral heidenen die wat verloren liepen in de godenwereld van de Griekse en Romeinse mythologie werden aangetrokken door de éne vaderlijke God van Jezus, en door Jezus’ oproep: ‘zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben’.
Daarmee weten ook wij waar het op aan komt!
herman.paulussen@hotmail.com 03/257.27.49