Beste medegelovigen, kerst 2021
Gelukkig kunnen wij dit jaar “kerstmis” vieren. We hebben wel tot woensdagavond moeten wachten. Maar het overlegcomité laat ons toch toe om kerst te vieren. Laten we feest vieren. Laten we : de geboorte van onze Heer Jezus Christus, vieren. De geboorte van dat weerloos kind. En bij het voorbereiden van deze preek kwam bij mij de vraag : Waarom liet God zijn zoon geboren worden als een weerloos kind?
Het is eigenlijk een heel simpel verhaal, dat verhaal van een moeder en een weerloos kind. Je hoeft geen gelovige te zijn om het te begrijpen. Je hoeft alleen maar te kijken hoe het gebeurt. Want terwijl aan de ene kant van de straat mensen elkaar het leven zuur maken, geeft aan de andere kant van diezelfde straat een moeder het leven aan een kind.
Het vertelt dat een vrouw, een mens, er is om leven te geven, met pijn, met moeite, met barensweeën, misschien ten koste van grote offers: de mens is er om leven te geven, aan anderen. De boodschap van Kerstmis is dat een zich openende moederschoot vertelt: mens, jij bent er om leven te geven, ondanks alle narigheid, die wij elkaar aandoen, ondanks alle moorden die er ook zijn. Jij kunt het. En je doet het. Telkens weer.
Je doet het zelfs een beetje te vlug, want wat je tot leven brengt is een weerloos kind, dat eigenlijk nog beter in de moederschoot had kunnen blijven. Of het moet zo zijn, dat je zo goed bent, dat je voor een weerloos kind een nieuwe moederschoot bouwt door je zorg, je liefde, je hartelijkheid.
Want een pasgeboren kind vráágt daarom. Het is helemaal ongewapend. Het is blootgesteld aan alles, kwetsbaar van kop tot teen. Het heeft niets om zich te verdedigen. Laat je het vallen, dan valt het dood. Laat je het liggen, dan leeft het niet lang. Geef je het niets te eten, dan sterft het van honger. Het kan zelfs niet protesteren. Het kan helemaal niets. En wat gebeurt er? Zelfs de grootste bruut gaat voor een kind door de knieën.
Zo roept volmaakte weerloosheid, totale kwetsbaarheid, alleen maar liefde op. Wat moeten wij eigenlijk met onze gewapende defensie? God koos volmaakte kwetsbaarheid. Hij werd een weerloos kind, helemaal overgeleverd aan genade of ongenade. Of liever gezegd: alleen maar overgeleverd aan genade. Want hier kan een mens alleen maar genade geven. Hier is een mens niet vrij meer. Hier moet hij liefde geven, omdat hij niets anders kan. En God weet daarvan: daarom durfde Hij een weerloos kind te worden.
En zo mogen wij geloven na dit verhaal van een moeder en een weerloos kind dat wij eigenlijk goede mensen zijn, maar dat die goedheid misschien alleen nog maar opgeroepen hoeft te worden door in aanraking te komen met mensen die weerloos, kwetsbaar en ongewapend zijn. En vervolgens: wij mogen dat ook van anderen geloven, dat zij vol goedheid zijn, maar dat die goedheid alleen nog maar opgeroepen hoeft te worden doordat wij weerloos, kwetsbaar en ongewapend durven zijn. God begon ermee.