Beste medeparochianen,
Een tijdje geleden las ik in de krant iets dat me wel raakte. Het ging over Yao Kouassi Gervais, of beter gezegd Gervinho – want zo luidt de voetbalnaam van de ex-spits van SK Beveren uit de Ivoriaanse periode. Die gaat in China spelen, net als andere grote sterren zoals Ramires van Chelsea en Guarín van Inter. En als u dan denkt dat dit overjaarse voetballers zijn wier benen niet meer mee willen en die nog één keer een slag willen slaan, slaat u de bal mis. Het zijn spelers die nog in de fleur van hun voetballeven zijn en desondanks Europa de rug toekeren—ja u hoort het goed, zij keren Europa de rug. Gervinho woont in Rome, leeft tussen cipressen, monumenten en trattoria’s, voetbalt onder de zon in een competitie die nog altijd bij de vijf beste ter wereld behoort, en toch gaat meneer in op het Chinese aanbod.
Een ander voorbeeld is die andere topvoetballer die onlangs in zijn blauwgrijze metallieken Bentley naar Gent terugkeerde, Mbark Boussoufa. Tot voor kort verpieterde hij op de bank van Lokomotiv Moskou – dat is nog een rooskleurige versie van de feiten, vaker zat hij gewoon in de tribune of thuis, geen Rus die het wat kon schelen. Toch weigerde hij vorige zomer terug te keren naar Anderlecht, een van de twee Belgische ploegen waar hij furore maakte, graag gezien en gelukkig was.
Gervinho, Gauin, Ramires, en een rist anderen zijn eigen schuld dikke bult – slachtoffer van dat dwaze eerste en enige gebod der voetbalmacho’s: Gij Zult Nooit Een Lager Contract Tekenen. Gervinho en co zijn een aberratie van deze tijd, selfmade economische vluchtelingen, ja economische vluchtelingent voor wie de landsgrenzen wél wijd openstaan. Het zijn fortuinzoekers, in alle betekenissen van het woord, maar geen gelukvinders. Deze economische vluchtelingen selfmade style stapten niet in een gammel bootje maar rigoureus in businessclass. Toch zijn ook zij slachtoffer–van hun eigen verwrongen wereldbeeld. Van de pavlovreactie bij een bepaald segment voetballers om te gaan waar nog meer geld kan gepakt worden,…
We hebben nog over economische vluchtelingen horen praten, zij het van een heel andere soort. Ja, bij die niet aflatende stroom stumperds die om een veelheid van redenen op zoek zijn naar een beetje menswaardig leven en steeds meer gekoeioneerd worden, want Europa kan de toestroom niet meer aan.
Wat doen we dan? Even nadenken wie we eerst terugsturen; dat zijn dan de economische vluchtelingen van de andere soort, wel eens de avonturiers genoemd omdat zij uit een als veilig geklasseerd land komen en géén aanspraak op asiel kunnen maken. Of we betalen de Turken om hen in tentenkampen te steken. Of we gaan nog wat meer bommen werpen in Syrië. Of kunnen we wanneer het kaf van het koren gescheiden is in Europa en in eigen land tot een spreidingsplan komen? Of nog een idee: we pakken hun centen en waardevolle dingen af wanneer ze bij ons aan de grens staan.
Zowel die verwaande voetballers als die stromen migranten maken hun eigen woestijntocht mee. Zij zijn allen op zoek naar een ander leven, een beter of een nog beter of misschien gewoon een goed leven.
Het is natuurlijk makkelijk over anderen te spreken want willen we dat tenslotte niet allemaal, dat goede leven? Ja, maar deze eerste zondag uit onze 40-dagentijd kan ons daarbij misschien wel helpen.
Dat Jezus uitgerekend veertig dagen in de woestijn is gebleven, verwijst naar de woestijntocht van het joodse volk die veertig jaar heeft geduurd. Er staan in de bijbel nog andere verhalen van ingrijpende woestijnervaringen. Het zijn stichtingsverhalen.
Over de aartsvader Jakob bij voorbeeld, eenzaam op de vlucht als iemand die geen thuis meer heeft, met slechts een steen als hoofdkussen om op te slapen. Als hij uit zijn droom ontwaakt, wéét hij het met een volstrekte zekerheid: ik ben niet alleen, hier is God, maar ik wist het niet.
Of over Mozes die is moeten wegvluchten. De verschroeiende woestijnhitte zet een braamstruik in brand, maar die brandt niet op. Mozes komt tot het besef: dit is een heilige plaats, hier kan men God ontmoeten. En Jahwe, de God van zijn vaderen, roept hem. Hij wordt belast met een ongelooflijk zware opdracht. Maar hij krijgt een belofte: de naam zelf van God. Ik ben die bij u is.
Die stichtingsverhalen zijn fundamentele voorbeelden van hoe mensen het kan vergaan met God. Aan het begin van de vasten krijgen ze een bijzondere betekenis. Hun boodschap is: wij kunnen God meer beleven dan we dagelijks menen te ervaren.
Ik had het daarnet over het verwrongen wereldbeeld van de selfmade economische vluchtelingen, maar hoe is het gesteld met de correctheid van ons eigen wereldbeeld?
Er zijn namelijk vele woestijnen waarin we ons kunnen bevinden en die kunnen voor elk van ons erg verschillend zijn; ze kunnen behoren tot de privé of tot de professionele sfeer, ze kunnen familiaal, in het ontspanningsleven of heel persoonlijk, eigen en individueel zijn. Kijk maar naar de drie bekoringen waar Jezus mee te maken had: eten, aanzien en macht.
Eten, of drinken, ontspannen, wellness, genieten van het leven…
Aanzien, want we willen toch maar best op ons werk of in de familie iemand zijn naar wie wordt geluisterd en misschien zelfs opgekeken.
Macht om de zaken allemaal zelf te beslissen, anderen te beïnvloeden, onze zin te krijgen.
Ja, dat zijn de zaken die bij ons tot een verdraaide blik kunnen leiden, maar dan wel in een westers en rijk perspectief. Beelden op TV vind ik vaak confronterend en dan zeg ik soms ‘ik kan of wij kunnen dat toch allemaal niet oplossen,…! Het Westen kan toch niet voor alles wat misloopt de schuld op zich nemen. En na een knagend gevoel ga ik dan over tot de orde van de dag. Hoe is het gesteld met zulk perspectief? Is dat niet te fatalistisch?
Misschien gedeeltelijk wel. Inderdaad, geen enkel individu kan op eigen houtje alle schande in de wereld oplossen. Maar wat we wel kunnen doen is er steeds naar streven een beter christen te worden en meer voor anderen doen en meer geld uitgeven aan goede doelen dan we al gewend zijn en geen populistische stellingen onderschrijven die moreel niet te verantwoorden zijn. Op die manier kan er een Europese, waarachtig christelijke beweging ontstaan en begeven we ons weer een stuk verder op de weg naar een betere wereld voor iedereen.
Patrick De Keulenaer