26 e zondag: Preek van Patrick de Keulenaere

Preek van 26 en 27 september 2015 (Mc 9, 38-48)

In De Standaard van enkele weken geleden las ik een column van voetbalcommentator en columnist Filip Joos. Tijdens een redactievergadering was de vraag ter tafel gekomen wie zou willen dat zijn of haar kind Kevin De Bruyne was. Van de zes mensen waren er twee die twijfelden en geneigd waren ‘ja’ te zeggen; de vier anderen, allen vaders zegden neen.

Joos ontvouwt nadien een interessante redenering over rijkdom en bezit. Hier volgen enkele citaten, telkens gevolgd door een vers uit de tweede lezing:

  1. Dat ‘neen’ (dus tegen je kind als Kevin De Bruyne) is een luxe, dat besef ik. Als je op een vluchtelingenboot op de Middellandse Zee dobbert, zeg je ‘ja’. Als je kind een levensbedreigende ziekte heeft ook. En voor een alleenstaande vader of moeder die de eindjes nauwelijks aan mekaar kan knopen, zal de verleiding om ‘ja’ te zeggen ook bijzonder groot zijn.

 

Uit de brief van Jacobus:

Gij die rijk zijt: weent en jammert om de rampen die over u komen.

 

  • Dat schrijft hij. Maar wat bedoelt hij daarmee? Het lijkt eerder dat armoede de rampen over u laat komen. Met deze tegenstelling waarschuwt Jacobus: rijkdom maakt niet altijd en vaak niet ongelukkig. Neen, maar wel, denk ik, wanneer je krampachtig en zonder mededogen tracht te bewaken wat je hebt. Als je met niet anders dan je rijkdom bezig kan zijn, werp je alles wat je hebt beter in de Schelde, of schenk het weg,…!

 

Bovendien moet je daar bij mensen die in nood zijn niet mee aankomen. Enkel mensen die goed toekomen, die materieel welvarend zijn kunnen zo behoedzaam zijn, kunnen het zich permitteren om te zeggen dat ze liever een doordeweeks kind hebben..

 

  1. Wie nu zoals Kevin De Bruyne uitzonderlijke kwaliteiten bezit, schiet door naar de absolute top. Je zo benijde talent maakt je puissant rijk, maar ook een impuissant slachtoffer, want het leidt je rechtstreeks naar een massief gouden kooi. In ruil voor handenvol geld geef je je recht op een gewoon leven op. Je hobby verandert in een job die je uitoefent voor het oog van de wereld, liefst met een dodelijk sérieux, lachen kan alleen bij winst. Idolatrie en afkeur worden je deel, iets daartussenin is er niet. Alles kan, behalve pour vivre heureux, vivons cachés. Voor je er erg in hebt, rijd je met een gepersonaliseerde nummerplaat rond. Je bent speelbal in de variant van Big Brother die Premier League heet. Je zit op een roetsjbaan, waar je niet af kan. Opwindend, maar niet zelden eindigt het met een flinke smak. Sowieso met een ridicule smak geld.

Wat zegt Jacobus? Uw rijkdom is verrot, Uw mooie kleren zijn door motten aangetast, uw goud en zilver is verroest.

 

  • Inderdaad, er is een gezegde dat luidt: als niets tot iets komt komt iets tot niets. Je moet jezelf verdraaid goed in de hand hebben om niet definitief in die gouden kooi gevangen te zitten. En heb je dan nog een goed leven? Heb je nog ware vrienden? Kan je nog jezelf zijn?

 

  1. Dat geld corrumpeert, indien niet jezelf, dan minstens de anderen. En het is haast onmenselijk om daarboven te staan, om jezelf niet te zien door andermans ogen. Je wordt bewonderd en benijd, in één adem.

 

Vers uit de brief van Jacobus:

Die roest zal tegen u getuigen en als een vuur uw vlees verteren. Schatten hebt gij verzameld, terwijl het de laatste dagen zijn.

 

  1. De vluchtelingen die de overtocht overleven, moeten gek worden als ze de bedragen horen die topvoetballers opstrijken. Onaanvaardbaar, vinden ze, en geef ze eens ongelijk. Wij met ons goede leven vinden dat ook, als we twee seconden nadenken. Tegelijk is er in zo’n gammele boot niet één jongen tussen zeven en twintig die niet droomt van een voetbalcarrière. Onaanvaardbaar aanvaardbaar, die ongelijkheid.

Hoort, het loon dat gij hebt onthouden aan de arbeiders die uw velden hebben gemaaid roept luid, en de kreten van uw oogsters zijn doorgedrongen tot de oren van de Heer der heerscharen.

  • Neen, wij onthouden geen loon en vele mensen laten hun goed hart zien, met woord en daad, in tijden van nood en crisis. Maar waar is de duurzaamheid? Hoe lang blijven deze goede acties duren? Staan wij wel recht in onze schoenen wat dat loon betreft indien we er ons niet echt om bekommeren tegen welk loontje mensen elders moeten werken?

Neen, natuurlijk wil ik hier niet van leer trekken tegen Kevin De Bruyne en mensen die hun talenten gebruiken; dat is juist een opdracht voor ons, christenen: gebruik en ontwikkel die talenten die je hebt meegekregen en tracht er veel goeds mee te doen.

Kan je al voetballend iets goeds doen? Uiteraard. Je speelt in een team en bezorgt veel mensen aangename ontspanning. Je kan ook als topvoetballer of –sportman een voorbeeld zijn voor vele jongeren; misschien nemen ze een voorbeeld aan je levensstijl of je neemt pro deo initiatieven om jongeren van de straat te halen of meer kansen te geven of zelfbewuster te worden, of op het rechte pad te blijven.

Dit geldt natuurlijk voor vele mensen die geslaagd zijn in het leven. So far, so good!

Wat ik eigenlijk wil zeggen is dat die succesrijke voetballer een metafoor is voor menigeen in het westen. Ja, velen van ons willen wel wat bijdragen in woord, daad en financiën aan de noodlijdende medebewoner van onze planeet en natuurlijk is dat goed en er zijn ontelbare mensen die meer doen dan zij zouden moeten, al hoeft niet iedereen dat dan te weten, wat hen betreft. Maar beseffen we wel dat we’r goed moeten over waken niet te zelfgenoegzaam in onze comfortzone te blijven zitten.

En dat brengt mij dan bij de evangelielezing. Het is goed dat sommige mensen profeteren en oproepen om solidair te zijn; ook al zijn we het niet eens met de grondinspiratie van mensen of de hoek van waaruit het komt; als de oproep een christelijke vertaling kan hebben, luisteren we best aandachtig.

Filip Joos wil ik zeker geen profeet noemen, maar in deze tekst brengt hij ons wel bij de les, want ik zie een andere, moderne versie van de brief van Jacobus, geschreven voor een groot voetbalminnend publiek, een door en door christelijke boodschap; ik hoop dat de auteur dit weet, maar ben daar lang niet zeker van.

 

Verwante berichten

2e zondag advent: 5-6 dec... _______________ _ Kromme wegen recht maken_ De advent is een uitermate rijke tijd op liturgisch vlak met mooie lezingen en het bijhorend ritueel van de adventskrans met
19-20 febr. 20         Bemin uw vijanden, wat wil dat zeggen anno 2022         Lucas 6,27-38 “Bemin uw vijanden, doet wel aan die u haten…” “Als iemand u op de ene
27 december: Heilige Fami... Lc 2,41-52 1Sam , 20-28 Het liturgisch kalender noemt deze zondag: “Feest van de Heilige Familie, Jezus, Maria en Jozef.” Daarbij worden de broers en zussen van
29-30 aug.2020 Beste medeparochianen 29-30 augustus 2020 Heer God, Gij hebt mij verleid, ik ben bezweken. Gij waart mij te sterk, ik kan niet tegen U op. De hele
1 november: Allerheiligen Beste medegelovigen, We weten allemaal wat het betekent zich eens’ zalig voelen, zich gelukkig voelen. We hebben van die momenten waar we ondervinden dat het leven meevalt,
22-23 jan. 2022/01/22/23 —Lc; 1,1-4 en 4,14-21 en 1 kor 12,12-30 De tweede helft van de voorbije week stond Nederland in rep en roer naar aanleiding van een reportage
preek 13-14 juni 2020 Mt. 9,36-10,8 en Ex 19,2-6b Geroepen om Apostel te zijn in onze Coronatijd Het evangelie houdt een oproep in die ook vandaag zijn zin. Jezus heeft,zijn vrienden
10-11 april 2022 Preek voor 2de Paaszondag door Jaar C 2022 Een klein groepje radeloze en bange mannen, dat zijn de apostelen na de kruisiging en de dood van Jezus.
04-05 juni 2016 Overweging 1 Koningen 17,17-24 Lucas 7,11-17 God laat zich ontroeren door uitzonderlijk lijden. En welk een lijden! In de eerste lezing gaat het om een moeder wier
16-17 juli 2022 Het beste deel ?                                  Gen 18, 1-10a     Lc 10, 38-42 Beide schriftlezingen hebben met gastvrijheid te maken maar de sfeer die ze oproepen is wel heel verschillend. 
1 zondag advent :28-29 no... Een tijdje geleden waren mijn echtgenote Marcia en ik gezellig aan het tafelen met een ander koppel (laat ik ze Mireille en Leon noemen); Marcia had alweer