In de eerste lezing zien we de profeet Habakuk die het onrecht en de ellende in de wereld niet langer kan aanzien. Hij wil dat het stopt, dat God uitkomst brengt. En dan gebeurt er iets bijzonders. Habakuk staat op de stadsmuur en ziet hoe het in de toekomst zal zijn. En God, die weet dat mensen soms kort van memorie zijn, zegt tegen Habakuk: “Schrijf het visioen op, zet het duidelijk op schrift, zodat men het vlot kan lezen.”
En Habakuk schrijft met grote letters op een plaat: Wie in zijn hart niet deugt, kwijnt weg, maar de rechtvaardige blijft leven door zijn geloof. Dat is dus het visioen. Dat is wat hij in de toekomst ziet. Dat de rechtvaardige wordt gered en de verstokte zondaar wegkwijnt.
Jezus spreekt over een geloof zo groot als een mosterdzaadje? Iets kleins, maar wel heel waardevol, dat verankerd zit in je binnenste, waardoor je het leven aankunt, waardoor je bergen kunt verzetten. In het geloof gaat het er kennelijk niet om dat het groots en opvallend is, maar juist dat het echt is, doorzettingskracht bezit en leven geeft.
De apostelen vragen Jezus: versterk ons vertrouwen, versterk ons geloof. Maar voor Jezus is vertrouwen vertrouwen, geloof geloof. Het gaat er Hem niet om te vergelijken wie meer of minder vertrouwen heeft of wie meer of minder geloof heeft. Het gaat om standvastigheid. Als je gelooft, als je op God vertrouwt, dan kun je al met het geloof als een mosterdzaadje bergen verzetten, dan is er al kracht in jou. Dan doe je wat je moet doen: de ander lief hebben en rechtvaardig zijn.
God gaf de mensen dat vermogen om lief te hebben, om elkaar en Hem lief te hebben. Om rechtop te gaan en rechtvaardig te zijn. Hij gaf ons een richtsnoer ten leven: zo moet het zijn, zo zal het worden. Dat richtsnoer was Jezus. Habakuk schreef het op een grote plaat. Als een visioen: de rechtvaardige wordt gered. Dat vertrouwen mogen wij verankeren in ons hart, al heeft dat vertrouwen de omvang van een mosterdzaadje.
Als het vertrouwen, het geloof oprecht is, dan zal het groeien; een mosterdzaadje volstaat. Moeder Teresa, Nelson Mandela, bisschop Helder Camera, bisschop Tutu, paus Franciscus, ze schitteren in alle eenvoud door dat vertrouwen. Ze geloven in God en in Jezus’ leven als de goede boodschap, en ze doen hun best vanuit dat geloof te leven. Diep van binnen weten ze: de rechtvaardige wordt gered.
Ook wij kunnen aan de slag met dat eenvoudige geloof. We moeten het doen met wat we zijn: gewone mensen die geloven in een betere wereld en die weten dat ze hier en nu, in hun eigen omgeving daaraan kunnen werken. Jezus achterna.