Beste medegelovigen,
Het is deze keer wel heel moeilijk om het paasgevoel, de vreugde het lentegevoel, om het daarover te hebben.
De terreuraanslagen van dinsdag en juist in de “goede week” . Het doet wel het een en ander met me.
Nu het enkele dagen geleden is…overkomt ons toch een Stilte.
Wat nu? We voelen ons in een val . Het veilige land waar we dachten te wonen is weg. De weg vooruit lijkt ook niet zo vertrouwt meer. De zekerheden zijn weg. En toch moeten we verder.
We voelen ons misschien zoals Maria van Magdala, Maria van Jacobus, Johanna en nog een paar anderen. Bij hen was ook iets vreselijk gebeurt. Hun vriend Jezus is gekruisigd en begraven; Ook de stilte en de leegte.
Zij konden het einde van de sabbat niet afwachten. De vrouwen die Jezus vanaf het begin trouw gevolgd waren. Ze willen het lichaam gaan balsemen. Ze willen hem beschermen. Ze willen hem, tegen beter weten in, vasthouden.
De kruisiging was een ruwe vernietiging van hun dromen, maar niet van hun liefde. .
Het verleden is, vervlogen hoop ,en de toekomst is een graf.
En nu dat ze daar toekwamen nog een graf dat leeg is. Nu rest er niets meer!
Niets meer dan de herinnering ….
Met die herinneringen ook aan wat hij gezegd had ooit, over kruisiging en dood. En dan dachten ze … had hij toen ook niet gepraat over opstanding? Dat weten ze niet goed meer en met die hoop keren ze zich tot de leerlingen.
Onzin! Zeggen die mannen.
Alleen Petrus ging toch maar een kijken!
Is dit graf een symbool van mislukking, van Gods afwezigheid?
Of is in deze diepe ellende toch de adem van de “Algoede “voelbaar?
De leerlingen worstelen met die vraag.
Hun hoop was vruchteloos geweest. Men kon moeilijk anders zeggen dan dat zijn zending mislukt was. Hoe kon hij de Messias geweest zijn? Zo zaten ze samen, verslagen en wanhopig. Ten einde raad. Was hun bewondering, hun vertrouwen in Jezus niet een illusie geweest zijn?
Er is maar een manier om uit te ellende te ontsnappen. En dat is een stap in de toekomst zetten.
Eigenlijk moeten we de verrijzenis ervaren, dan pas kom je tot geloof.
De basis van ons geloof zijn Jezus’ woorden en daden. De woorden en daden ervaren wij dagelijks in ons leven. Maar je moet ze wel willen zien, zij het in groten, zij het in kleine gebeurtenissen!
Zo moeten wij mensen nabij zijn. Vooral de mensen die totaal hopeloos zijn. Maar mensen nabij zijn , naar hen luisteren …dat is Pasen.
Een lichtpuntje zijn. De ander laten verrijzen. Hen uit hun moeilijkheden uit trekken. Ons manier van leven moet een getuigenis zijn van onze verbondenheid met de Levende Heer.
Misschien voelen wij ons daar niet aan toe, misschien vinden we ons eigen geloof te klein en te zwak. Het mag een troost zijn dat ook de leerlingen van Jezus tijd nodig gehad hebben om uit te groeien tot vrijmoedige mensen .
Maar, van de andere kant, laten we de komende paastijd aangrijpen om ons geloof steviger en standvastiger te maken, echter en concreter,, want ook hier in Vlaanderen zijn er getuigen nodig: mensen die hun vertrouwen op God niet wegsteken, uit schaamte of schrik, mensen die zonder hoogmoed en pretentie, maar oprecht en zonder vrees durven zeggen:
Ik geloof in God die liefde is,
Ik geloof in Jezus Christus, de levende Heer
En ik geloof dat Gods geest in mij werkzaam is,
Als een kracht die mij telkens weer aanzet tot geloof,
Tot hoop en tot liefde.
We moeten nu leven. Hier en nu. De mens nabij zijn….er zijn voor onze medemensen. en dan zal het Pasen zijn.
Ik wens jullie allen een zalig paasfeest .