30sept-1 oktober

Beste mensen,

In zijn tijd vertelde Jezus tientallen parabels om zich beter verstaanbaar te maken, parabels die vandaag nog altijd heel herkenbaar zijn. Dat geldt zeker voor de parabel die we zonet hoorden: een zoon zegt “ja” tegen zijn vader die iets van hem vraagt, maar doet “nee”, en een andere zoon zegt “nee”, maar doet “ja”. Wellicht is dat de meest herkenbare van alle parabels, want “ja” zeggen en “nee” doen kennen we maar al te goed. Jezus interpelleert de Farizeeën en de oudsten op hun houding tegenover Johannes de Doper, die opkwam voor de gerechtigheid. Farizeeën waren mensen die graag in de kijker liepen, die anderen strenge wetten oplegden maar er zelf niet naar leefden, mensen die anderen oordeelden en veroordeelden, maar zichzelf niet in vraag stelden. Tollenaars en ontuchtige vrouwen daarentegen hebben hem geloof geschonken en zich bekeerd, maar de Farizeeën, de vooraanstaanden van het volk niet.

Jezus doet hen nadenken over hun gedrag met te vertellen over die twee broers. Op de vraag “Wie van de twee heeft nu de wil van zijn vader gedaan” kan je alleen maar antwoorden: “de laatste”. Bij deze vraag is het duidelijk dat ’doen’ belangrijker is dan ‘beloven’. Geen woorden maar daden. Met zijn voorbeeld van de twee zonen wijst Jezus op onze persoonlijke verantwoordelijkheid. Uw ja moet een ja zijn, en uw nee een nee. In Jezus’ tijd waren de belastinginners en de prostituees degenen die het meest door de samenleving werden geminacht en uitgespuwd. In deze parabel geeft Jezus de voorkeur aan hen ten opzichte van degenen die zelfgenoegzaam en schijnheilig zijn. De belastinginners en de prostituees zijn degenen die openstaan voor het woord van God. Zij zijn bereid te veranderen en God in zich een plaats te geven.

De profeet Ezechiël in de eerste lezing gaat daar onrechtstreeks op in. God de Heer zegt tegen het volk: “Gij beweert dat de weg van de Heer niet recht is! Zijn niet veeleer úw wegen niet recht?” Inderdaad, daar zijn velen goed in: God beschuldigen van de fouten die ze zelf gemaakt hebben. Misschien zijn ook wíj daar goed in en overladen ook wíj God met allerlei beschuldigingen als het ons niet goed gaat. ‘God, waarom laat Gij dat toe? God, waarom moet ik dat allemaal ondergaan? Waarom treft Gij mij, en niet diegenen die niets van U willen weten? Waarom heb ik niet meer geluk?…’  Net alsof wij God beschuldigen van ‘veel beloven en weinig geven’. Maar God belooft aan niemand een weg van alleen maar voorspoed en geluk. Hij zegt alleen: Ik zal er altijd zijn voor u, en Ik zal u dragen als gij wilt gedragen worden.

Beste mensen, Jezus daagt ons echt uit in deze evangelietekst. Velen onder ons hebben God hun jawoord gegeven, maar kunnen we ook zeggen dat we altijd doen wat God van ons vraagt? Gedragen we ons soms niet gelijk de Farizeeën? Voelen we ons soms niet bevoorrecht en superieur omdat we praktiserende christenen zijn? Brengen we veel tijd door met elke zondag naar de mis te komen en te bidden in de kerk, maar doen we daarbuiten niet veel liefdevols voor onze medemens? Uiten we soms niet minachtend kritiek op minder vrome christenen, of mensen waarvan we vinden dat ze moreel minder hoogstaand zijn? Wie zijn wij om te oordelen? Praten en uitspraken doen is gemakkelijk. Tijd, inspanning en aandacht geven voor anderen is moeilijker. Naast de ja-zegger die niet handelt en de neen-zegger, die nadien toch gaat, is er ook nog de man en de vrouw die ja zeggen en hun taak opnemen. Gelukkig zijn die er ook nog. Horen we daar ook soms bij?

Laten we ons inspannen om van een eerlijke en christelijke “ja” een echte ja te maken, en laat onze “nee” tegen alles wat oneerlijk, onchristelijk, niet liefdevol en onbetrouwbaar is een echte nee zijn. Laten we alleen de ja’s volgen die Jezus ons heeft voorgeleefd: de ja’s van liefde en vrede voor onszelf, voor God en voor onze naasten.  

Als afsluiter nog kort dit gedicht van Eugène Mattelaer.

De 107

Er zijn er die iets doen.
Er zijn er die niets doen.
Er zijn er die denken dat ze iets doen.
Er zijn er zeven die iets doen.
Er zijn er twintig die discussiëren over wat die zeven doen.
Er zijn er tachtig die de schouders ophalen als die zeven iets doen.

Het gebeurt dat één der honderd de manier komt uitleggen aan één der zeven hoe hij het zou moeten doen.

Eén der zeven is het dan plots inwendig beu, maar uitwendig houdt hij de glimlach.

En hij zwijgt, want hij heeft niet de gewoonte te veel te praten.

Ten andere, hij heeft iets te doen.

Verwante berichten

2e zondag advent: 5-6 dec... _______________ _ Kromme wegen recht maken_ De advent is een uitermate rijke tijd op liturgisch vlak met mooie lezingen en het bijhorend ritueel van de adventskrans met
kapellen
30-31 juli 2016 De lezingen zijn deze zondag wel heel goed op elkaar afgestemd. In alle drie, dus ook de brief van Paulus die we niet hoorden, gaat het over
29-30 aug.2020 Beste medeparochianen 29-30 augustus 2020 Heer God, Gij hebt mij verleid, ik ben bezweken. Gij waart mij te sterk, ik kan niet tegen U op. De hele
30sept-1 oktober Beste mensen, In zijn tijd vertelde Jezus tientallen parabels om zich beter verstaanbaar te maken, parabels die vandaag nog altijd heel herkenbaar zijn. Dat geldt zeker voor
1-2 jan.2022 Beste broeders en zusters 1-2 jan 2022 Vandaag lezen we in het Evangelie over mensen die in de stand van de sterren lezen dat er iets bijzonders
17-18 dec.2021 2021-12-18/19 P Van der Straten Lucas 1,39-56 Micha 5,1-4a Twee vrouwen in blijde verwachting ontmoeten elkaar. Wat moet daar allemaal niet verteld zijn? Het verlangen om elkaar
11-12 dec. 2021 Zondag 12 december 2021 Verheugt u in de Heer Fil.4, 4-7 Lc3, 10-18 ‘Laat de Heer uw vreugde blijven! Ik zeg het nog eens: wees altijd verheugd!
Kerstviering 25 december Kerst 2015. Zusters en Broeders , Het is weer kerst. Kerst annoo 2015. En nog steeds vieren wij de geboorte van onze Redder. De geboorte van een
16-17 september 24 zondag door het jaar   A                                                       16-17 september 2023 Beide schriftlezingen beklemtonen nadrukkelijk dezelfde waarheid: wij kunnen maar vergeving ontvangen als we zelf ook vergeving willen schenken.
12-13 maart 2016 “Ook ik veroordeel u niet; ga heen en zondig van nu af niet meer” Dikwijls worden we in de evangelielezingen geconfronteerd met twee vormen van godsdienstigheid waarbij