12-13 maart 2016

“Ook ik veroordeel u niet; ga heen en zondig van nu af niet meer”

Dikwijls worden we in de evangelielezingen geconfronteerd met twee vormen van godsdienstigheid waarbij de ene wordt verworpen en de andere geprezen. Bijna steeds gebeurt dit in een concrete situatie waarbij enerzijds een farizeëer of schriftgeleerde en aan de andere kant een mens met weinig aanzien, in dit geval een overspelige vrouw, betrokken zijn. We zien dan telkens hoe Jezus zich verzet tegen een cultus die gericht is op de naleving van de Wet in de meest letterlijke zin. In plaats daarvan komt Hij op voor een godsdienstige beleving die wordt gedragen door een vertrouwen in Gods liefde en die concreet wordt gemaakt in een grote zorg voor het lot van de medemens.

Volgens de Joodse Wet stond op overspel de doodsstraf door steniging. Voor zover bekend werd deze vorm van executie in Israël niet of bijna niet in praktijk gebracht. In Jezus’ tijd hadden trouwens enkel de Romeinen het recht om doodvonnissen uit te voeren.
Maar met hun initiatief willen de farizeëers Jezus eens te meer voor een dilemma plaatsen. Want ofwel zou Jezus de vrouw vrijspreken maar zo tegelijk de Wet van Mozes overtreden, en dan konden ze Hem aanklagen. In het andere geval, als Hij de vrouw zou veroordelen, zou Hij zich onbarmhartig opstellen. Jezus laat zich echter niet strikken. Hij antwoordt niet onmiddellijk maar schrijft iets in het zand. Waarom Hij dit doet en wat Hij precies schrijft, daar vermeldt de tekst niets over. Er zijn er die menen dat hij heeft geschreven waar de man is die bij dit overspel betrokken was. Want volgens de Joodse Wet moesten beiden gestenigd worden.

Wat de tekst wel vermeldt, is dat Hij de omstaanders verrast met de uitspraak: “ Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen”. Jezus daagt hiermee de farizeërs uit – en bij uitbreiding ook ons allemaal – om eens diep in ons eigen hart te kijken en eerlijk te zijn met onszelf. Dan komen wij waarschijnlijk tot het besef dat we allemaal onze zwakke kanten hebben en falen. Tegelijk ervaren we ook dat het oordelen over anderen heel diep in ons geworteld zit en dat we al te gemakkelijk geneigd zijn om – figuurlijk dan – met stenen te gooien.
In het verhaal houden de farizeërs het vervolgens voor bekeken, omdat ze beschaamd zijn, niet tegenover de vrouw, niet tegenover Jezus, maar beschaamd tegenover zichzelf. Ze beseffen plots dat ook zij zondig zijn, en dat ze daarom niet het recht hebben om een ander zomaar te veroordelen op basis van bepaalde feiten. Zoals al gezegd, zal niemand een zuiver geweten hebben als haar of hem door Jezus een spiegel wordt voorgehouden. Aan dit besef van zondigheid zit echter ook een belangrijke positieve kant want het kan de start zijn om het over een andere boeg te gooien.
Daarom is het heel belangrijk dat wij ons bewust zijn van onze zwakheden en die ook erkennen want enkel in die ervaring kan de kracht van God in ons tot haar recht komen.

De lezing eindigt met de beloftevolle uitspraak van Jezus :”Ook ik veroordeel u niet; ga heen en zondig vanaf nu niet meer”. Met deze woorden geeft Jezus geen vrijgeleide. Hij veroordeelt de zonde wel degelijk maar tegelijk is Hij vergevingsgezind tegenover de zondares door het verleden te laten voor wat het was en haar een nieuwe toekomst te bieden.

Net als vorige week met de parabel van de verloren zoon, maken we vandaag opnieuw kennis met Gods barmhartigheid. In het heilig jaar van de barmhartigheid dat we nu vieren, verdient dit zeker de nodige extra aandacht.
Maar wat betekent het als wij zeggen dat God barmhartig is? En hoe word ik opgeroepen barmhartig te zijn? Voor het antwoord op die vragen ben ik te rade gegaan bij de Vlaamse jezuïet Nikolaas Sintobin. Hij omschrijft Gods barmhartigheid aan de hand van 2 begrippen: vergevensgezindheid en omvorming.

Vergevensgezindheid: God is een vergevende God. Gods liefde voor ons is onvoorwaardelijk, en dit is de diepste reden waarom we vergiffenis krijgen. Wat wij ook gedaan hebben of hoelang wij ook op een fout spoor zaten, God zal ons altijd opnieuw met liefdevolle, open armen verwelkomen. Als wij spijt hebben over onze zonden en onze zondigheid erkennen, dan komen wij telkens weer bij God terecht.
Omvorming: Gods vergevensgezindheid en liefde voor ons zijn er echter niet alleen maar om ons een warm en geruststellend gevoel en een blanco strafblad te bezorgen. God nodigt ons uit om ons door die vergiffenis te laten omvormen. God geeft ons dus een opdracht: niet alleen om het kwade te vermijden, maar om eraan te werken het kwade door het goede te overwinnen.

Verwante berichten

2e zondag advent: 5-6 dec... _______________ _ Kromme wegen recht maken_ De advent is een uitermate rijke tijd op liturgisch vlak met mooie lezingen en het bijhorend ritueel van de adventskrans met
23-24 september 25 e zondag dhj A 2023 Met een groepje kinderen tussen 10 en 12 jaar had ik een boeiend gesprek naar aanleiding van de parabel over de
01-02 aug. 2020 Beste medegelovigen, Bij het evangelie van vandaag, de wonderbare broodvermenigvuldiging, lijkt het of wij ons in gezelschap aan tafel bevinden. Maar, éérst zijn we getuige van dat
24-25 dec. 2021 Beste medegelovigen, kerst 2021 Gelukkig kunnen wij dit jaar “kerstmis” vieren. We hebben wel tot woensdagavond moeten wachten. Maar het overlegcomité laat ons toch toe om kerst
leden van het Parochietea... Adeel Mahzar pastoor 0478 51 10 97 Herman Paulussen sj. 03 257 27 49 Anne Willocx-Michielsen,  gsm 0476 24 54 01 Paul Bats 03 230 77 44
8-9 jan 2022 Zondag 9 januari 2022 Jezus laat zich dopen. Jes 42, 1-4, 6-7 Lc3, 15-16.21-22 Sinds ik hier in de parochie dienst doe heb ik al heel wat
15 augustus 2016 Beste medegelovigen, Op dit feest van Maria tenhemelopneming wil ik blij en dankbaar, als vrouw en als moeder, samen met jullie opkijken naar ons aller moeder: Maria.
kapellen
1 zondag advent :28-29 no... Een tijdje geleden waren mijn echtgenote Marcia en ik gezellig aan het tafelen met een ander koppel (laat ik ze Mireille en Leon noemen); Marcia had alweer
29-30 aug.2020 Beste medeparochianen 29-30 augustus 2020 Heer God, Gij hebt mij verleid, ik ben bezweken. Gij waart mij te sterk, ik kan niet tegen U op. De hele
Preek 27-28 juni 2020 Wie u opneemt neemt mij op Mt 10,37-42 2Kon 4,8-16a Lieve mensen, Gewoonlijk spreek ik jullie aan als ’ Beste medegelovigen’ maar vandaag voel ik met wat